DE MIDDELEEUWEN OLDAMBT EN DE CLEYNE HORTUS

HET OLDAMBT

Het Oldambt is voortgekomen uit het Frankische gouwgraafschap Fivelingo. Gouwgraafschappen werden onderverdeeld in ambten. Aangenomen wordt dat het Oldambt het eerste en aldus ook het oudste ambt was van Fivelingo alwaar de Franken hun nieuwe macht vestigden tijdens de Vroege Middeleeuwen. De eerste vermelding van de naam als zodanig is te vinden in een kroniek uit 1271 van het klooster Bloemhof in Wittewierum. Het wordt daarin genoemd als het Alda Ombechte.

Het Oldambt bestond in de Late Middeleeuwen uit het Klei Oldambt en het Wold Oldambt. Het Klei Oldambt stond bekend als het Menterne, genoemd naar de rivier de Munte. Het was een wierdenlandschap. De hoofdplaats hiervan was Termunten. Het Wold Oldambt stond bekend als het Menterwolde of Menterasilva. Het werd ook het Groot Oldambt genoemd. Het bestond voornamelijk uit hoogveengebied. De hoofdplaats hiervan was Midwolda. Hier bevond zich een omvangrijke basiliek. Daarvan ziet u hiernaast een afbeelding. Het is het wapen van Midwolda, gebaseerd op een zegel van het Wold Oldambt uit de Late Middeleeuwen.

Men kende tijdens de Late Middeleeuwen in het Alda Ombechte, ook wel de Ambten genoemd, geen centraal gezag. Er was in deze gebieden ook weinig invloed van buitenaf en de bewoners genoten volledige vrijheid. Deze vrijheid staat bekend als de Friese Vrijheid en dat ontwikkelde zich in de voormalige Zeven Friese Zeelanden. Dat waren de gebieden die onderdeel waren van het grote Friese rijk, dat door de Franken werd veroverd. Het Oldambt ligt in één van deze Zeven Zeelanden, het voormalige Oostlauwers Friesland. Dat is het gebied ten oosten van de rivier de Lauwers tot aan de rivier de Reider Ae. Uit dat gebied kwam de provincie Groningen voort.

Het gebied van de Ambten ontwikkelde zich geheel zelfstandig van het landschap Fivelingo en richtte de aandacht al vroeg op het oosten waar het landschap Reiderland tot ontwikkeling kwam, of het zogenoemde terra reidensis, vernoemd naar de verdwenen plaats Reide. Met dat landschap verbonden de Ambten zich sterk. De rivier de Reider Ae verdeelde het Reiderland in twee gedeelten. Het gebied ten oosten van deze rivier viel onder de invloedsfeer van Ostfriesland. Dat was één van de Zeven Friese Zeelanden. Ostfriesland werd in de 15e eeuw een apart graafschap. Het gebied ten westen van deze rivier lag in de invloedsfeer van Oostlauwers Friesland. De Ambten en het landschap Reiderland werden al vroeg in de geschiedenis welvarend door handel, visserij, landbouw, veeteelt, landontginningen en ijzerwinning. Er ontstonden dan ook tientallen nederzettingen. Vanaf het begin van de Late Middeleeuwen bouwde men in deze gebieden ook vele kerken, kloosters, uithoven, boerderijen en hofsteden. Deze bouwwoede beperkte zich niet tot de Ambten en het Reiderland, maar deed zich voor in alle Ommelanden. Dat zijn/waren al de historische landschappen rondom de stadstaat Groningen.

Stormvloeden begonnen vanaf omstreeks 1350 in toenemende mate het Waddengebied te teisteren en met name het Reiderland en de Ambten kregen het zwaar te verduren. Een groot gedeelte van het Reiderland was inmiddels al in zee verdwenen en daarmee tientallen dorpen, kloosters, kerken en hofsteden, toen in 1450 een nieuwe zware stormvloed over het gebied trok. Na deze vloed was er nog maar een klein gedeelte over van dat Reiderland. Voor wat betreft het gedeelte van het Reiderland ten westen van de rivier de Reider Ae waren alleen nog de bestuursgebieden Beerta, Winschoten en Westerlee overgebleven. Deze bestuursgebieden werden toen toegevoegd aan het Wold Oldambt als ‘t vijffte deell van Reyderlant. Er was aldus nog ongeveer één vijfde over van dat landschap. In dat landschap is De Middeleeuwen Oldambt gevestigd. Het ligt op een langgerekte lage wierde. Dat is een verhoging in het landschap. Onze naaste omgeving behoorde dan ook eerst nog tot het Reiderland ten westen van de rivier de Reider Ae totdat het werd toegevoegd aan het Wold Oldambt. In onze naaste omgeving ligt overigens de verdwenen middeleeuwse plaats Wynedaham. Hiervan zijn archeologische sporen teruggevonden. Waarschijnlijk zijn het fundamenten van een kerktoren of een ander bouwwerk. In de buurt van Wynedaham bevond zich volgens oude manuscripten ook de Tydwyneda borch. Aangenomen wordt dat er hier, ondanks de vele stormvloeden die dit gebied hebben geteisterd, altijd bewoning is gebleven op verhoogde erven.

Omstreeks 1550 werd hier een nieuwe zeedijk aangelegd. Dat was de Beersterhamdijk of Hamster Zeedijck. Het was langs deze dijk dat een nieuwe nederzetting ontstond, in de naaste omgeving van de verdwenen plaats Wynedaham. Gaandeweg werden de boerderijen op de verhoogde erven verplaatst naar de nieuwe Beersterhamdijk of men vestigde hier nieuwe boerderijen. Deze nieuwe nederzetting werd Beerster Hamrik genoemd. Later is de naam veranderd in Nieuw Beerta. Een hamrik is overigens een Oudfries woord waarmee met name het buitengebied van een bestaand dorp werd aangeduid. Beerster Hamrik was het buitengebied van de plaats Beerta. Het werd in 1636 voor het eerst als een zelfstandig kerspel genoemd in archiefstukken. De kerk van Beerster Hamrik werd gebouwd op een strook kerkenland dat hoogstwaarschijnlijk bij de oudere parochie behoorde van Wynedaham. Onder leiding van de stad Groningen werden overigens in het landschap hier grote waterwerken en dijksystemen ontwikkeld, waarmee men de zee buiten de deur hield en waardoor land van de zee kon worden teruggewonnen. Er waren hiervoor vele inpolderingen nodig. De laatste vond plaats in 1979.

Op 1 januari 2010 ontstond de moderne gemeente Oldambt uit de samenvoeging van de gemeenten Scheemda, Winschoten en Reiderland. Het gebied komt ongeveer overeen met het voormalige Waterschap of Zijlvest Oldambt, dat via het Eemszijlvest is opgegaan in het Waterschap Hunze en Aa´s. Het wapen van de gemeente Oldambt ziet u hiernaast afgebeeld. De drie golven zijn een symbolische verwijzing naar de samengevoegde gemeenten en ook naar de vele overstromingen, die het gebied heeft gekend. Het getande schildhoofd verwijst naar de kerken en de vijf rode sterren daarboven verwijzen naar de vijf kruiswonden van christus. Voorts zijn de kleuren rood en goud symbolen voor de abdij van Corvey. Hier worden de relieken van Sint Vitus bewaard. De abt van deze abdij had volgens een document uit 1474 de jurisdictie of voogdij over de Sint Vituskerk in Winschoten. Als laatste wordt het wapen gesierd met een markiezenkroon met vijf fleurons of bladeren.

Of het nu is in het voormalige landschap Reiderland, in het oude Wold Oldambt, in het voormalige Waterschap of Zijlvest Oldambt, of in de moderne gemeente Oldambt, ook de Graanrepubliek genoemd, bij De Middeleeuwen Oldambt kunt u inmiddels terecht voor een kleurrijk palet aan beelden, klanken, smaken, geuren en belevingen.