DE MIDDELEEUWEN OLDAMBT EN DE CLEYNE HORTUS

Liederen, gedichten en verhalen

van oostenwind naar westenwind

Hieronder leest u een gedicht van Áboel-Aláa’ Al-Ma’Árri, een Arabische dichter van omstreeks 1030. Het gedicht is afkomstig uit een van zijn gedichtenbundels, Loezóem ma la jálzam of De niet verplichte verplichting. Hij leefde tijdens de heerschappij van de Arabische Abbasiden. Zij brachten de Arabische wereld veel voorspoed, culturele bloei en wetenschappelijke ontwikkeling. Ook literatuur bloeide volop en er waren inmiddels vele dichters en schrijvers te vinden. Zo ook Áboel-Aláa’ Al-Ma’Árri. Hij schreef over vele onderwerpen, waaronder ook controversiële. Een van de onderwerpen is het langzame verval van een samenleving waarin waarden en normen op drift raken. Indien u meer wilt lezen over deze dichter en ook vele andere Arabische dichters, die leefden en schreven over een periode van eeuwen, dan bevelen wij het boek Een Arabische tuin warm aan. Het boek behandelt de Klassieke Arabische poëzie. Het boek wordt ingeleid door Geert Jan van Gelder. Hij koos de gedichten, vertaalde deze uit het Arabisch en annoteerde. Het boek is uitgegeven door uitgeverij Bulaaq in Amsterdam.

Wij hebben gekozen voor dit gedicht in het licht van het onderwerp van dit seizoen: de Arabische wereld en de levensloop van een samenleving. Waarden- en normensystemen komen en gaan en daarmee ook samenlevingen. Wij stellen vast, zelfs vanuit ons beperkte blikveld van alledag, dat onze samenleving een goed waarden- en normensysteem node mist. We varen nog op (oude) versleten systemen, van rivaliserende geloofsrichtingen tot bijgeloof en van de inmiddels lege begrippen vrijheid, gelijkheid en broederschap tot ongebreideld individualisme met uitholling van de solidariteit tot gevolg binnen onze samenleving. Bovenal voert geld een boventoon die sterk ontwrichtende gevolgen in zich blijkt te dragen. Een goed alternatief is nog niet gevonden. Het gedicht van Áboel-Aláa’ Al-Ma’Árri is een schrijven om even bij stil te staan. Het is als het ware een oproep aan de mens om zichzelf de vraag te stellen: waar sta en ga ik voor in mijn leven?












van oostenwind naar westenwind (de titel hebben wij aan het gedicht gegeven)

Zaken die het verstand niet ernstig neemt –
maar niemand weet wie te gronde gaat:
Mohammeds Boek, het Boek van Mozes,
het Evangelie van Maria’s zoon, de Psalmen.
Zij hebben voor volken verboden ingesteld
maar hun goede raad ging teloor, allen dwaalden.
Twee huizen bewoont een mens; het leven is als een brug
waarover men onophoudelijk oversteekt.
Eén huis wordt verlaten, een graf wordt bezocht,
maar huizen noch graven blijven.
De dood moordt - wie kan er winnen?
Het breken houdt niet op – wanneer wordt er hersteld?
Aardse macht is als wind: een oostenwind waait,
maar al snel volgt een westenwind.
Fundamenten gebouwd op verval;
maar godvrezendheid is een handel zonder verlies.
Laat de Koning u daarin zien,
standvastig in alle wisselvalligheden.


AFBEELDING

1. Een musicerend gezelschap, deel van een kalenderblad uit de Getijden van Spinola, manuscript van omstreeks 1515, graafschap Vlaanderen.
Getty Museum